Door Kees Dekkers
Op 20 februari 2020 overleed Hans Strick op 57-jarige leeftijd in het hospice op Texel. Tien maanden later blik ik samen met Anastassja, partner van Hans, Tanja, zus van Hans, Herman, zwager van Hans en zijn beide zonen Tim en Mika terug op die intensieve periode in het hospice.
Op mijn vraag wie Hans was, kwam er een stroom van herinneringen op gang met centraal het woord mensenmens. Hans zocht altijd gezelschap, kon met iedereen overweg, was altijd en overal in voor een geintje. Hij was ook een ondernemende man die zich voortdurend stortte in nieuwe avonturen en met volle teugen genoot van het leven. Hij was vroeger actief in de horeca als diskjockey en barkeeper en later in een eigen broodjeszaak in de Weverstraat. Maar hij begon ook een kledingwinkel, werkte in een autospuiterij en werkte de laatste tien jaar als lasser bij de Fiction Factory in Amsterdam. In zijn vrije tijd was hij lange tijd actief met autocrossen en uitgaan. Hij hield van het strand en zijn strandhuisje en nog meer, maar teveel om op te noemen. De herinneringen aan Hans buitelen over elkaar en roepen emoties op.
Aan dit enerverende leven kwam plotseling een einde, toen in maart 2019 een longtumor werd ontdekt. Na een intensieve (in eerste instantie succesvolle) behandeling werden er ook nog uitzaaiingen in zijn hersenen ontdekt. Er was geen levensreddende behandeling meer mogelijk. Maar Hans wilde niet bij de pakken neerzitten en nam resoluut de teugels in eigen hand. Hij woonde sinds tien jaar in Amsterdam, maar was altijd met Texel verbonden gebleven. Hij wist meteen dat hij op Texel wilde sterven en begraven worden op de begraafplaats van Oudeschild. Hij nam contact op met het hospice op Texel met de vraag of er voor hem, wanneer het zover was, plaats was. En natuurlijk zou er dan plaats zijn. Hij bezocht een Texelse huisarts en belde zelfs al met de begrafenisondernemer. Anastassja en Tanja gaven aan dat dat wel erg snel ging, maar ze begrepen dat Hans zijn naasten niet wilde belasten met de moeilijke en veeleisende zorg wanneer het einde naderde. En hoe tegenstrijdig ook, dat voelde ook weer goed.
Het hospice echt een bijna-thuis-huis
De dag kwam dat Hans naar het hospice overgebracht werd. Daar heeft hij nog enkele weken doorgebracht met zijn naaste familie en tal van vrienden en anderen die hem lief waren en die hij allemaal nog graag wilde zien. Mensenmens bleef hij tot het einde. Zijn tijd in het hospice heeft hij als heel positief ervaren. Het was voor hem echt een bijna-thuis-huis.
In de groepsapp waarin hij zijn naasten al lange tijd op de hoogte hield, schreef hij over het hospice: “Hospice is te gek, er werken veel bekenden en het zijn allemaal vrijwilligers. Kijk eens op de site, dan kunnen jullie het zien. Ik mag hier gewoon een jointje roken en Momo (zijn hondje) mag bij me”.
Regelmatig werd er door Tanja of Tim en Mika gekookt, waarna de familie samen aan tafel ging. Tanja kookte op verzoek van Hans maaltijden die hun moeder vroeger maakte. Anastassja, Tim en Mika bleven om de beurt bij hem slapen, waardoor hij zelden alleen was. Hij ervoer het hospice bijna als een vakantiehuis waarin hij samen met zijn naasten gewoon zijn eigen ding kon doen.
Anastassja vond het geweldig dat zij de verantwoordelijkheid voor de zorg van Hans kon delen met de vrijwilligers van het hospice. Thuis stond ze er meer alleen voor en dat was naast intensief soms ook best angstig. Hier kon de familie altijd een beroep doen op de vrijwilligers die zij als heel betrokken en deskundig hebben ervaren. Aanvankelijk hadden Anastassja, Tanja, Tim en Mika moeite om de zorg los te laten, maar al snel merkten ze dat het heerlijk was om los te laten en er helemaal voor Hans te zijn. Prettig was ook dat de huisarts heel vaak langs kwam, op afspraak maar ook vaak op eigen initiatief, gewoon even kijken hoe het ging.
De hersentumor maakte Hans wankel, maar tegelijk wilde hij zo lang mogelijk alles zelf doen. Ze waren bang dat hij bij het uitstappen uit bed kon vallen. Toen bood de camera uitkomst. Als er even niemand bij Hans was, ging de camera aan en konden de vrijwilligers onmiddellijk toesnellen als ze zagen dat hij uit bed probeerde te gaan of als er iets anders aan de hand was. Dat gaf gevoel van veiligheid en rust.
Blij met de vrijwilligers
De samenwerking met de vrijwilligers was geweldig. Het waren er veel en elke dag andere, maar dat wende snel. Aanvankelijk stelden Anastassja, Herman, Tanja, Tim en Mika zich steeds voor als er weer nieuwe vrijwilligers aantraden, maar daar zijn ze al gauw mee gestopt. De badges met namen waren voldoende om te weten met wie ze van doen hadden. Aan het slot van het gesprek benadrukt Anastassja nogmaals dat de familie erg blij was met de vrijwilligers. Zij konden met al hun vragen over wat er met Hans gebeurde, bij hen terecht. Ze waren meer ervaren met het stervensproces en de rust die zij uitstraalden, brachten ze over naar hen. Deze ondersteuning bij het ziekteproces heeft enorm geholpen om goed afscheid te nemen. Anastassja besluit het gesprek met een hartgrondig dank. We kijken terug op een moeilijke, maar ook warme en liefdevolle tijd.